UPDATE: Lees de reacties op het opiniestuk van Johan Van Holderbeke over de DOP's.
'Daar roert wat in de DOP-pap': eigenlijk dekt de vlag van de titel de lading niet helemaal. Blijkbaar zijn er turbulenties in het labyrint van de weg naar een PVB. En dat geldt meer bepaald bij de eerste stappen die moeten genomen worden: de vraagverheldering en het opstellen van een OP.[1]
Logische evolutie
Er wordt vastgesteld dat meer mensen voor hun OP naar een DMW van een mutualiteit gaan en steeds minder naar een DOP[2]. Dat lijkt in te gaan tegen het voornemen in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering om naar één organisatie te gaan die vraagverheldering en de volgende stappen doet. Maar mij lijkt dit een heel logische evolutie. Daarvoor zijn enkele mogelijke redenen:
Het wordt door de mensen van de DOP zelf ook expliciet gezegd dat het de bedoeling is niet toe te leiden naar een PVB, naar de vijfde cirkel van het ondersteuningsmodel, de gespecialiseerde ondersteuning door VAPH diensten… tja… Dat staat trouwens in hun opdracht. In het begin ging (bijna) iedereen naar een DOP omdat de slaagkansen om een OP goedgekeurd te krijgen voor een PVB groter waren daar dan elders. Maar de DMW’s en gebruikersorganisaties leerden vlug waar ze moesten op letten om meer kans te hebben dat het OP werd goedgekeurd. Ze konden het dus sneller doen met eenzelfde resultaat.
Dat laatste is zeker het geval bij de aanvragers voor wie het heel duidelijk is dat ze een PVB nodig hebben. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan zwaar meervoudig gehandicapte jongeren – verstandelijk en motorisch gecombineerd bijvoorbeeld. Aanvankelijk gingen zo’n mensen soms wel ook via de DOP omdat het bijna ‘verplicht’ werd omwille van de grotere kans op snelle goedkeuring van het OP. Maar dat laatste is gedaan.
Ook wachtlijsten bij de DOP
De DOP ging trouwens ook te grote wachtlijsten vertonen, en daardoor kwamen die andere kanalen ook meer op de voorgrond. De DOP houdt aanvragen ook een beetje af. Hoewel de wetgeving voorziet dat je een PVB kan beginnen aanvragen vanaf 17 jaar zegt het DOP meestal dat ze dit nog niet willen doen omdat het te vroeg is en je een PVB toch maar kan krijgen vanaf 21 jaar. Maar het is wel met de datum van je eerste aanvraag dat je op de wachtlijst terecht komt. Dus ja, als een DMW of een gebruikersorganisatie wèl al een OP wil opstellen op een vroegere leeftijd… ik zou ook wel weten wat te kiezen.
Er wordt ook heel sterk gepleit om de jongere zelf te horen over wat hij wil… Tja uiteraard is dat belangrijk. Maar we moeten toch beseffen dat er heel wat jongeren/jongvolwassenen zijn die absoluut niet zelf kunnen gehoord worden, toch niet rechtstreeks. Hun verlangens, hun noden zijn jarenlang ervaren door al wie hen begeleid heeft: ouders, opvoeders, leerkrachten… en zij verwoorden de noden en de wensen. Ook dat moet meegenomen worden. En de DOP heeft daar (zeker in het begin) ook in overdreven. Ze wilden persé de jongere mee aan tafel bij de besprekingen (letterlijk aan tafel). Maar dat is voor sommigen ècht niet te doen. En niet alleen omdat ze hun mening niet zelf kunnen uiten wegens de zwaarte van hun handicap. Maar soms ook omdat ze met de spanningen die zo’n DOP-parcours teweegbrengt niet om kunnen op het moment zelf.
Meer soepelheid
Ik herinner me één van de eerste DOP-parcours die ik meemaakte met één van m’n leerlingen. Wanneer hij wist dat er een DOP-bespreking aankwam werd hij nerveus en zelfs agressief van de spanning. Gelukkig was de begeleidster dan zo wijs van toe te laten dat de zus op een rustig moment een gesprek had met de jongere over het onderwerp van de volgende bespreking. En zo kwam zijn mening toch mee in het gesprek. Maar jammer genoeg durfden (durven?) niet alle begeleidsters zo’n soepelheid aan de dag leggen.
Misschien is het goed dat de DOP’s zich effectief concentreren op parcours van mensen bij wie het onduidelijk is welke de ondersteuningsnood is. Wanneer een kind 18 à 21 jaar geleden geboren is met een zware, soms meervoudige handicap en zij of hij al die jaren 24/24 en 7/7 ondersteuning nodig had, dan is het duidelijk dat zij/hij dat als volwassene ook nodig zal hebben. Laat het dan toe dat zo’n vraag, zo’n overgang naar een PVB voor volwassenen eenvoudiger en sneller kan verlopen via een andere weg dan een DOP.
Johan Van Holderbeke, bestuurslid van STAN Gent-Eeklo.
Reageren? Stuur dan een mailtje naar johan.van.holderbeke@skynet.be.
Wil je meer info over dit onderwerp? Mail naar hallo@trefpuntstan.be.
STAN organiseert op 18 november een webinar over de overstap naar een volwassen leven en de 'DOP-manier'. Klik hier voor meer info.
Reacties
-
DOP begeleiding levert geen ondersteuningsplan op zeer korte termijn omdat de persoon en het sociaal netwerk waar mogelijk wordt betrokken en dit grondig gebeurt. Een ondersteuningsplan moet altijd voorafgegaan gegaan moet worden door een proces van vraagverheldering en planning met de cliënt en zijn sociaal netwerk. Het D.O.P-proces dat voorafgaat aan het indienen van een OP PVB gaat niet enkel over ‘welke’ hulp of ondersteuning mensen nodig hebben om een kwalitatief leven te kunnen leiden, maar bovendien over ‘hoe’ iemand wil bejegend of ondersteund worden, dit op basis van het antwoord dat door de cliënt en zijn steungroep gezocht wordt in de beeldvorming: wie is de persoon; wat vindt hij/zij belangrijk; wat werkt/werkt niet (vorige ervaringen); hoe ziet hij/zij (en zijn steungroep) de ondersteuning en hoe moet die in gezet worden? Hoe kan op maat van de persoon (en zijn context) gewerkt worden en hoe kan ‘samen gewerkt’ worden met andere personen uit het netwerk/diensten die eveneens ondersteuning bieden of belangrijk zijn voor de centrale persoon?...Net bij personen met een ernstige en/of meervoudige beperking is het antwoord op de ‘hoe’ vraag van essentieel belang om een kwalitatief ondersteuningsplan uit te werken voor een goed leven
Gemiddeld duurt het opmaken van een ondersteuningsplan bij DOP 8 maand -zonder de wachttijd. Bij de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen is het eveneens maanden (wachten) voor men eraan begint. Met de hulp van vrienden of een gebruikersvereniging kan een ondersteuningsplan wel vlugger opgesteld worden om de 'actuele' zorgvraag in kaart te brengen wanneer men zelf voldoende zicht heeft op zijn zorgvraag en situatie. Bij een fysische handicap kan dit vrij eenvoudig zijn, bij ernstige of meervoudige handicap kan gespecialiseerde hulp nodig zijn.
De VAPH regelgeving laat toe dat anderen dan DOP helpen bij het opstellen van een ondersteuningsplan: de dienst maatschappelijk werk van mutualiteiten, gebruikersverenigingen en familie. De persoon kan het ook zelf opmaken en indienen. In een ontwerp van nieuwe regels staat dat DOP hun kennis aan andere organisaties (ocmw, caw, gezinszorg,... ) mag doorgeven (outreaching). Wel mogen zorgaanbieders niet helpen met het ondersteuningsplan omwille van mogelijke belangen vermenging om de klant aan zich te binden. Toch komt het wel eens voor dat een zorgaanbieder wil helpen omdat men er de persoon goed kent. Het wordt alleen niet meegedeeld aan VAPH en de zorgvraag gebeurt dan soms in termen van wat men zelf aanbiedt en niet echt vraag gestuurd.
In het Vlaams regeerakkoord staat niet dat DOP als enige ondersteuningsplannen PVB zou mogen opstellen. Dit zou compleet ingaan tegen het voornemen om de kennis bij DOP door te geven via outreaching. Er staat wel in dat men de aanvraagprocedure wil vereenvoudigen en DOP als enige gesubsidieerd wordt voor het opstellen van ondersteuningsplannen.
We vereenvoudigen de aanvraag- en toeleidingsprocedure van het persoonsvolgend financieringssysteem ... Daarbij versterken we de diensten ondersteuningsplan als enige neutrale kernactoren die gefinancierd worden om de nodige begeleiding te voorzien,De DOP werking bij een overstap naar volwassen leven wordt in een webinar van Stan op 18 november uiteengezet. Alle vragen over de manier van werken van DOP kunnen dan aan bod komen. Deelname is gratis, er moet wel ingeschreven worden. (https://www.trefpuntstan.be/bijeenkomsten/detail/62/stan-webinar-de-overstap-maken-naar-een-volwassen-leven-hoe-doe-je-dat/register)
-
Wij lazen het ongenuanceerde opiniestuk van uw collega Johan Van Holderbeke: ‘Daar roert wat in de D.O.P.-pap’(2.09.2021). Wij schrijven dit antwoord omdat we het gevoel hebben dat er toch wat verduidelijking en correctie nodig is en vooral, om niet het onderscheid maar de verbinding te maken tussen iedereen die gaat voor een inclusieve wereld, waarin iedere persoon zijn/haar gewenst leven kan leiden en hierin maximaal ondersteund is.
Het is (was) ons inziens niet de bedoeling van de Vlaamse Regering om enkel de Diensten Ondersteuningsplan het mandaat te geven in het ‘voortraject’ naar een ‘Persoonsvolgend budget’. Belangrijke spelers, gebruikersorganisaties, Diensten Maatschappelijk Werk, … zijn vanaf de start in het project ‘Vermaatschappelijking van de Zorg’ (Perspectiefplan 2020) sterk betrokken geweest en maar goed ook. Het zou voor de Diensten Ondersteuningsplan een onhapbaar volume van vragen geweest zijn. Wij geloven en erkennen tevens zeer sterk in de krachten en expertise van andere diensten in het voortraject.
Het is niet correct om te stellen dat de Diensten Ondersteuningsplan een opdracht hebben om personen met een handicap weg te houden van ondersteuning vanuit de vijfde concentrische cirkel m.n. handicapspecifieke hulp. Dit kan ook niet lezen worden in onze beheersovereenkomst noch in het Besluit van de Vlaamse Regering. Het is onze opdracht om personen met een handicap en hun netwerk bij te staan in hun zoektocht naar wat passende ondersteuning is, voor zowel onze cliënt als zijn netwerk. Indien er uit een traject met een Dienst Ondersteuningsplan blijkt dat dit ook handicapspecifieke ondersteuning betekent dan hebben wij geen mandaat om hierin bij te sturen. Wij hebben enkel een mandaat om personen met een handicap te empoweren, hun toekomst te verzekeren met een warm netwerk en dit op een zo inclusief mogelijke wijze.
Een zeer groot deel van onze cliënten bevinden zich in de leeftijdscategorie 16 tot 25 jaar, voor hun en hun context een zeer belangrijk moment in hun leven. Op deze leeftijd komen er veel levensverwachtingen en vragen naar boven. De Diensten Ondersteuningsplan willen zeer goed luisteren naar deze jongeren en hun netwerk en vinden een gedragen visie en aanpak ‘de’ sleutel tot een duurzaam ondersteuningsplan.
Het klopt dat we dit liefst doen met de cliënt mee aan tafel maar het is zeker niet de bedoeling om cliënten hierin in enig discomfort te brengen. Cliënten die niet kunnen of willen aanwezig zijn worden vertegenwoordigd door personen die belangrijk zijn voor onze cliënt en die hetzelfde belang nastreven, een goed leven! Ervaring leert ons dat dit personen zijn die dicht in de context aanwezig zijn van onze cliënt, m.n. ouders, brussen, …Wij zijn niet de mening toegedaan dat personen, (geboren) met een (zware) (meervoudige) handicap en hun context niet het recht hebben om na te denken wat voor hun ‘een goed leven’ kan betekenen. Wij willen in ieder geval vermijden dat een goed leven betekent dat niet (meermaals) de keuzes en opties onder de loep genomen worden en of de invulling van deze keuzes naar wens verlopen. Het is mijn mening dat net zij die zo kwetsbaar en ongehoord zijn, zich goed omringd en gehoord voelen, door liefst zo veel mogelijk belangrijke mensen. Samen verder!
Om af te ronden willen wij de hand uitreiken om krachten te bundelen. Een eerste stap kan hiervoor misschien een kennismaking zijn zodat het onbekend zijn van elkaar niet leidt naar een ongenuanceerd zijn naar elkaar
Directies Diensten Ondersteuningsplan